Bij mijn ouders hadden wij een superknappe kat! Een echte 'flodderaar' is hij nooit geweest. Hij had zijn kuren. Maar hij was magnifiek schoon. Soms wel lief, dan kwam hij op je schoot liggen en sliep een beetje. Soms een beetje venijnig, dan mocht je hem twee keer strelen en na de derde keer haalde hij naar je uit.
Hoor mij nu. Precies of die kat is gestorven. Maar niets is minder waar. Hij is nog altijd springlevend. Na elf en een half jaar.
Maar de laatste twee jaar woon ik niet meer bij mijn ouders. Ik ben bij mijn Ventje ingetrokken. En soms mis ik die kat (zijn naam is Turbo. Geweldig toch?) wel. Het gevoel dat er iemand op je wacht als je 's avonds thuiskomt na een drukke en zware werkdag. Nu heb ik dat met die goudvissen, maar die kan ik niet eens vastpakken he. En het Ventje is altijd thuis na mij, dus van hem heb ik niet echt het gevoel dat hij op me wacht.
Gisteren was er weer reclame op televisie (het was de eerste avond waarop wij eens geen reclame hebben doorgespoeld. Hatelijk gewoon!) over katteneten en dat was zo'n mooie volledig grijze kat! Het bazinnetje was precies een single lady want er was in de verste verte geen man te bespeuren.
Moesten het Ventje en ik ooit uit elkaar gaan (wat ik hoop van niet, maar je weet maar nooit natuurlijk) dan zoek ik mij onmiddellijk een appartementje en het eerste wat ik in huis haal is een kat! Want zolang ik bij het Ventje blijf, zal ik nooit een kat in huis kunnen halen... (Gewoon ... Omdat hij dat niet wilt ...)
Liefs,
Me zonder kat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten